De Indiase luchtvaartsector toont twee totaal verschillende gezichten: de huidige realiteit van torenhoge prijzen door een enorme vraag tijdens feestdagen, en een ver verleden waarin vliegreizen een toonbeeld van ongekende luxe en exclusiviteit waren. Terwijl reizigers dit weekend diep in de buidel moeten tasten voor een binnenlandse vlucht naar Kolkata, was vliegen in de jaren ’30 een avontuur dat dagen duurde en was voorbehouden aan de allerrijksten.
Vliegtickets naar Kolkata schieten omhoog voor Diwali
De ticketprijzen naar Kolkata zijn dit weekend meer dan verdubbeld vanuit verschillende Indiase steden. De oorzaak is de massale uittocht van inwoners die voor het lange Diwali-weekend naar huis vliegen om het lichtfeest met familie te vieren. Woensdagmiddag kostte een enkeltje in economy class van Mumbai naar Kolkata voor een vlucht op donderdagavond meer dan 27.000 roepies (€300), vergeleken met de normale prijs van 7.000 tot 8.000 roepies. Business class tickets op dezelfde route stegen naar 70.000 roepies (€780), ruim het dubbele van de gebruikelijke prijs.
De Indiase luchtvaartautoriteit (DGCA) heeft luchtvaartmaatschappijen opgeroepen om de capaciteit te verhogen en de tarieven te beperken. Hoewel er meer dan 1.700 extra vluchten zijn ingezet, blijven de prijzen extreem hoog. Volgens reisagenten is de richtlijn van de DGCA niet effectief omdat er geen specifieke prijslimieten zijn vastgesteld. Een andere factor is de introductie van premium economy stoelen, waardoor het aantal standaard economy stoelen is afgenomen en de prijzen verder zijn opgedreven.
Een schril contrast: De luxueuze begindagen van de luchtvaart
Deze huidige prijzengekte staat in schril contrast met de beginjaren van de commerciële luchtvaart in India. In de jaren ’30 was vliegen een exclusieve en luxueuze ervaring. Luchtvaartmaatschappijen zoals Indian Trans-Continental Airways, in samenwerking met het Britse Imperial Airways, verbonden Indiase steden met het Midden-Oosten en Europa. Vliegreizen waren bedoeld voor hoge koloniale functionarissen en de welgestelde elite die een fortuin konden neertellen om lange en oncomfortabele reizen per trein of stoomschip te vermijden.
Een achtdaagse reis van Londen naar Rangoon
Een ticket van Londen naar Rangoon (het huidige Yangon) kostte destijds £135, een gigantisch bedrag, en de reis duurde maar liefst acht dagen. Deze reis was echter een all-inclusive ervaring, met overnachtingen in de beste hotels ter wereld, uitstekende diners en lokale transfers die bij de prijs waren inbegrepen.
De reis begon in Londen, vanwaar passagiers naar Parijs vlogen. Daar stapten ze op een trein naar Brindisi in Italië. Vervolgens vlogen ze via Athene naar Alexandrië, gevolgd door een treinreis naar Caïro. De route ging verder met vluchten en overnachtingen in Gaza, Bagdad en Basra. Na tussenstops in Koeweit, Bahrein, Sharjah en Gwadar landde het vliegtuig eindelijk in Karachi, in toenmalig Brits-Indië. Vanaf daar volgde een binnenlandse route naar Rangoon met stops en overnachtingen in steden als Jodhpur en Calcutta.
Bijzondere regels voor bagage en passagiers
De regels voor reizigers waren destijds opmerkelijk. Discussies over overbagage zouden nu komisch lijken. De ticketprijs was gebaseerd op een totaalgewicht van 100 kg per passagier, inclusief bagage. Uitgaande van een gemiddeld gewicht van 75 kg voor een passagier, mocht men 25 kg bagage gratis meenemen. Was een passagier zwaarder dan 85 kg, dan werd de gratis bagage beperkt tot 15 kg.
Passagiers moesten een aparte koffer inpakken voor de overnachtingen. Vanwege douaneregels was het verboden om handelswaar te vervoeren. Om betalingen tijdens de stops te vergemakkelijken, gaf de luchtvaartmaatschappij speciale valutabonnen uit die aan het einde van de reis weer ingewisseld konden worden. Ook werden passagiers gewaarschuwd om vaccinatiebewijzen bij de hand te houden, hoewel de luchtvaartmaatschappij geen verantwoordelijkheid nam als een land toch quarantainemaatregelen zou opleggen.